Op 21 maart 1945 werd Zelhem om 17.00 uur voor de eerste keer gebombardeerd. Bij dit bombardement werden 13 bewoners gedood. De materiële schade was gering. De slachtoffers waren: W.R. Lamers (46 jaar), H.J.M. Lamers (13 jaar), G.B. Massink (12 jaar), A. Dimmendal (46 jaar), G.C. van Zanten uit Arnhem (20 jaar), J. Slijkhuis (77 jaar), H.M. Wessels (43 jaar), N. Westerduin uit Den Haag (16 jaar), H.G. Rademaker-Bouwmeester (54 jaar), J. Bouwmeester (19 jaar), L. Bouwmeester (18 jaar), C.A. van der Wal uit Rotterdam (17 jaar) en B. Eenink (18 jaar).
s’Morgens om 6.30 uur werd Zelhem op 24 maart 1945 voor de tweede keer gebombardeerd, waarbij gelukkig geen slachtoffers vielen. Ditmaal was de materiele schade aanzienlijk. In deze dagen, toen vrijwel geen boer zich met paard en wagen op de weg durfde te begeven, moest de landbouwer H. Oldenhave uit de Oosterwijk hooi leveren in Doetinchem, waar hij bij een luchtaanval dodelijk getroffen werd.
Bij het laatste bombardement werden de panden van: Dames Bennink, boerderij Looman, smid Nusselder, garage Looman, smid Dimmedal, kapper Derksen, B. Prins, de oude Dorpsschool, Ned. Herv. Kerk, bakkerij Ditzel, G.W. Hengeveld, J. Oosterink en G.J. Bosboom totaal of vrijwel totaal vernield. Na de noodlottige bombardementen vluchten de dorpsbewoners naar de boeren, schandelijke genoeg bleek achteraf dat niet alleen de Duitsers, maar ook Nederlanders in het dorp aan het plunderen waren geslagen.
Ook Halle bracht zijn offers. De Ned. Herv. Kerk en de woningen van Lovink en Hofs werden verwoest. De volgende dag werd de molen van de firma Coops, welke als uitkijkpost gebruikt werd door de Duitsers verwoest.