Bert Schieven is al van kinds af aan zeer geïnteresseerd in de Tweede wereldoorlog. Vanaf zijn zevende levensjaar begon hij met het verzamelen van materialen uit die tijd. Hij ging eigenlijk verder op een kleine verzameling die zijn vader al vanaf de oorlog bewaard had. Ook zijn grootouders bezaten nog objecten en documentatie. Na verloop van tijd kwamen daar de verhalen, foto’s en materiaal van vele oud Zelhemmers bij. Het begin van een inmiddels behoorlijke collectie was geboren.
Samenwerking met, en organisatie van diverse andere projecten. Naarmate mijn archief en collectie begonnen te groeien werd er steeds vaker een beroep op kennis of materialen van mij gedaan. In de beginfase was dat nog op zeer beperkte schaal, hoofdzakelijk hulp aan collega verzamelaars in welke vorm dan ook. Maar d at nam al vrij snel grotere vormen aan, zo heb ik voor exposities bijvoorbeeld materialen uitgeleend aan onder meer het stadsmuseum in Doetinchem en aan Streekmuseum de Roode Toren in Doesburg.
Zelf heb ik naast enkele kleinere exposities een tweetal grotere georganiseerd, zoals tijdens de 50 jarige bevrijdingsherdenking en tijdens de festiviteiten Zelhem 1200. En tot slot met een werkgroep van vier personen een grote expositie tijdens de 75 jarige bevrijdingsherdenking, tevens realiseerden de andere leden van deze werkgroep de tot standkoming van een zeer boeiende en unieke documentaire.
Verder raakte ik bij steeds grotere en andere projecten betrokken, waarbij in oktober 2013 de berging van de Lancaster bommenwerper langs de Hummeloseweg met afstand de grootste was, ook hierover heb ik een expositie georganiseerd. Dit was een zeer interessant project om mee te maken.
Ook werd ik steeds vaker benaderd door mensen/instanties die een boek gingen schrijven. Bijvoorbeeld de achterkleinzoon van burgemeester Rijpstra die het boek Rijpstra’s ondergang heeft geschreven, waar mogelijk hielp ik hem met alle mogelijke informatie uit die tijd.
Bij het boek voor altijd 21, die de vliegtuigcrashes in de voormalige gemeente Zelhem behandelde was ik vrij nauw betrokken.
Verder heb ik bij de totstandkoming van het boek over de Joodse slachtoffers in de provincie Gelderland mijn medewerking verleend. En tot slot aan het boek Militaire ooggetuigen, Nederlands Indië van het Nederlands Veteranen Instituut.
Het opbouwen en uitbreiden van een netwerk in binnen en buitenland is in deze materie onontbeerlijk, zo heb ik veel baat gehad van de hulp van herinneringscentrum Westerbork bij enkele zaken die ik trachtte uit te zoeken. En niet te vergeten de hulp van vele oud Zelhemmers in welke vorm dan ook. Ook de contacten mat nazaten van Geallieerde vliegers waren/zijn goud waard
Naast lezingen die ik zo nu en dan verzorg, wordt ik nog vrij regelmatig benaderd door particulieren met allerlei vragen, scholieren die bezig zijn met een werkstuk. Kortom van verveling is absoluut nog geen sprake. Mijn laatste grote project tot aan nu was het realiseren van een permanente expositieruimte, voor exposities over de voormalige gemeente Zelhem in de tweede wereldoorlog, in het “Heidehuus” te Halle-Heide.